Spelling van werkwoorden
De spelling van werkwoorden is voor velen een struikelblok. Vooral de dt-kwestie is in het Nederlands beroemd en berucht. Je zou denken dat mensen hulp zoeken als ze het niet zeker weten, maar dan zou ik op websites (en in Twitter!) niet zo vaak fout gebruikte d’s en t’s aantreffen. Blijkbaar schamen ze zich daar niet voor of ze zien het echt niet meer. Hoewel, als je mensen ernaar vraagt, vinden ze het wel belangrijk. Ze maken ook altijd gebruik van de spellingscontrole. Die werkt alleen niet altijd goed.
Een veel voorkomende fout is als de tegenwoordige tijd op het voltooid deelwoord lijkt. Voltooid deelwoord: iemand is veranderd, er is iets gebeurd. Dat zie je ook vaak: iemand veranderd of er gebeurd iets waar het moet zijn: iemand verandert en er gebeurt iets. Ook moeilijk blijft het als het voornaamwoord (ik, jij, hij, wij, etc.) achter het werkwoord komt. Is het nou wordt jij of word jij, zend hij of zendt hij?
Mijn truc
Ook ik twijfel wel eens, vooral in de laatste voorbeelden. Maar in dat geval heb ik een waterdichte truc om te controleren wat de goede vorm is. Ik vervang het werkwoord door een werkwoord waarin geen d voorkomt, mijn favoriet is lopen. Vrijwel iedereen weet dat het loop jij moet zijn en geen loopt jij en dat loopt hij wel goed is en loop hij niet. Ik vind/vindt (check: ik loop/loopt) het een simpele truc, die altijd werkt. Behalve misschien voor Rotterdammers en Amsterdammers, die ik heeft en hij heb zeggen.
Hulp nodig bij teksten? http://www.netraamwoordwerk.nl
Snel met uw eigen website aan de slag? http://www.quickstart.nl